programmaboekje
fr
Vox Luminis & Lionel Meunier / Johan Jacobs

Vox Luminis

Händel in Italië - De jonge Händel

Programma

Georg Friedrich Händel (1685 – 1759)


Orgelconcerten, HWV 292, 293 & 309 (selectie)

solo: Anthony Romaniuk (orgel)

  1. Larghetto uit opus 4 nr. 5/1 in F, HWV 293
  2. Allegro uit opus 4 nr. 5/2 in F, HWV 293 
  3. Adagio uit opus 7 nr. 4/1 in d, HWV 309
  4. Alla Siciliana uit opus 4 nr. 5/3 in F, HWV 293 
  5. Allegro uit opus 4 nr. 4/4 in F, HWV 292

 

Laudate Pueri, HWV 237 (1707)

solo: Perrine Devillers (sopraan)

  1. Laudate pueri
  2. Sit nomen Domini
  3. A solis ortu
  4. Exceslus super omnes
  5. Quis sicut Dominus
  6. Suscitans a terra
  7. Qui habitare facit
  8. Gloria Patri

PAUZE


Nisi Dominus, HWV 238 (1707)
  1. Nisi Dominus
  2. Vanum est vobis: solo: Jacob Lawrence (tenor)
  3. Cum dederit: solo: Korneel Van Neste (alt)
  4. Sicut sagittæ: solo: Lóránt Najbauer (bas)
  5. Beatus vir: solo: Jacob Lawrence (tenor)
  6. Gloria Patri et Filio
Dixit Dominus, HWV 232 (1707)
  1. Dixit Dominus
  2. Virgam virtutis tuae
  3. Tecum principium: solo: Perrine Devillers (sopraan II)
  4. Juravit Dominus
  5. Tu es sacerdos in aeternum
  6. Dominus a dextris tuis
  7. De Torrente: Tabea Mitterbauer (sopraan I) & Estelle Lefort (sopraan II)
  8. Gloria Patri, et Filio

 

Einde van het concert: ± 22.15 uur

Coproductie: Perpodium
Met steun van het Tax Shelter-programma van de Belgische federale overheid via Cronos Invest

Artiesten

Vox Luminis, koor en orkest

Anthony Romaniuk, orgel

Perrine Devillers, sopraan

Lionel Meunier, bas en artistieke leiding

 

Bezetting

Sopranen I: Tabea Mitterbauer, Erika Tandiono, Zsuzsi Tóth

Sopranen II: Victoria Cassano, Perrine Devillers, Estelle Lefort

Alten: Kateřina Blížkovská, Jan Kullmann, Korneel Van Neste

Tenoren: Christopher B. Fischer, Philippe Froeliger, Jacob Lawrence

Bassen: Vincent Berger, Lionel Meunier, Lóránt Najbauer

 

Viool I: Tuomo Suni (CM), Jacek Kurzydło, Johannes Frisch

Viool II: Cynthia Freivogel, Birgit Goris, Jorlen Vega

Alt I: Raquel Massadas, Manuela Bucher

Alt II: Antina Hugosson, Wendy Ruymen

Cello’s : Philine Lembeck, Ronan Kernoa

Contrabassen : Benoît Vanden Bemden

Hobo I: Marta Blawat

Hobo II: Aviad Gershoni

Fagot I: Lisa Goldberg

Fagot II: Anaïs Ramage

Klavecimbel: Riccardo Casamichiela

Orgel: Anthony Romaniuk

Biografieën

Vox Luminis

Van bij zijn oprichting in 2004 liet het Belgische ensemble Vox Luminis zich internationaal opmerken door zijn unieke sound. Oprichter Lionel Meunier stelde het ensemble samen zodat elke stem solo kan schitteren en kan opgaan in één lumineus klankenweefsel. Het vocaal ensemble wordt, naargelang het repertoire, uitgebreid met continuo, solo-instrumenten of het eigen orkest. Dat repertoire omvat voornamelijk Engelse, Italiaanse en Duitse muziek uit de 17de en prille 18de eeuw. In een zeventigtal concerten per jaar brengt het ensemble vocale muziek naar een breed publiek. Dit jaar viert Vox Luminis zijn twintigste verjaardag. Ze werkten recent samen met de Amerikaanse componiste Caroline Shaw voor een wereldpremière in het kader van de Thüringer Bachwochen. In het seizoen 24/25 zet Vox Luminis de samenwerking met Freiburger Barockorchester en het Freiburger BarockConsort verder en presenteert het opnieuw verschillende repertoires in diverse formaties waaronder Vox Luminis XL of met het eigen orkest – dat 10 jaar bestaat in 2024.

Lionel Meunier

De Franse dirigent en bas Lionel Meunier is de oprichter en artistiek directeur van het vocaal ensemble Vox Luminis. Vandaag wordt hij geprezen als een van de meest dynamische artistieke leiders op het vlak van de historische uitvoeringspraktijk en vocale ensemblemuziek. Hij wordt regelmatig uitgenodigd als gastdirigent en artistiek directeur door koren, ensembles en orkesten wereldwijd, zoals Nederlandse Bachvereniging, Danish National Vocal Ensemble en Salzburg Bachchor. Hoogtepunten van het seizoen 24/25 zijn zijn debuut in Carnegie Hall New York als dirigent van het Orchestra of St Luke’s, een terugkeer naar Juilliard (ook in New York) en tournees door Europa en Noord-Amerika met Vox Luminis en het Freiburger Barockorchester.

Anthony Romaniuk

De unieke artistieke stem van toetsenist Anthony Romaniuk komt voort uit zijn voortdurende verkenning van diverse muziekstijlen. Zijn artistieke training combineert hij met improvisatorische durf. Moeiteloos doorkruist hij verschillende genres – zijn repertoire omvat muziek van Byrd, Bach, Beethoven, Brahms en Chopin, Crumb, Ligeti, industrial noise en ambient music. Hij werkt regelmatig samen met violiste Patricia Kopatchinskaja en tenor Reinoud Van Mechelen en is kernlid bij Vox Luminis. Hij concerteerde op vooraanstaande podia in Europa, de VS en Australië. Zijn meest recente soloalbum Perpetuum (2023, Alpha Classics) bevat zes klavierinstrumenten en onderzoekt de tijdloosheid van eeuwige beweging.

Perrine Devillers 

Na haar klarinetopleiding studeerde Perrine Devillers zang en oude muziek aan de Schola Cantorum in Basel. Toen trad ze al regelmatig op met ensembles als Vox Luminis, Pygmalion, Ensemble Correspondances, Le Poème Harmonique en Profeti della Quinta. Door haar affiniteit met de Renaissance en de vroege 17de eeuw is ze een veelgevraagde gast op Europese festivals voor oude muziek. Sinds 2018 vormt ze een duo met luitist Ariel Abramovich voor madrigalen uit de Italiaanse, Spaanse en Franse Renaissance. Dit jaar verscheen Monteverdi's Vespro della Madonna met Le Poème Harmonique en Robert de Visée: Suites à la Mémoire d'un Poète (beide bij Château Versailles Spectacles). 

Toelichting

In de zomer van 1706 trok de toen 21-jarige Georg Friedrich Händel (1685-1759) naar Italië om persoonlijk kennis te maken met de Italiaanse muziek, destijds toonaangevend voor de rest van Europa. Op dat moment had Händel een volwaardige muzikale opleiding achter de rug en had hij al verschillende succesvolle opera’s gecomponeerd voor het muziektheater in Hamburg. Tijdens zijn verblijf in Italië kon hij echter de nieuwste muzikale tendensen bestuderen. Hij probeerde als componist naam te maken in het bloeiende Italiaanse muziekleven.

De eerste stad waar Händel voor een langere periode verbleef in 1707, was Rome. Op muzikaal vlak was Rome destijds een buitenbeentje. Anders dan in Firenze, Napels en Venetië, de andere steden die Händel tijdens zijn reis bezocht, was in Rome niet de opera het dominante genre. Dit kwam door het operaverbod dat paus Innocentius XII in 1698 had opgelegd en dat van kracht bleef tot 1709, toen Händel Rome al verlaten had. Hierdoor kwamen in Rome andere genres tot bloei, zoals het oratorium (een niet-scenische, religieuze pendant van de opera), de cantate en liturgische muziek.  

Daarnaast bood Rome een bijzonder gunstig klimaat voor musici: de lokale adel en enkele welgestelde kardinalen stonden bekend als vrijgevige kunstmecenassen. Händel componeerde waarschijnlijk op verzoek van een van deze kunstminnende kardinalen, Carlo Colonna, de drie psalmen Nisi Dominus, Laudate pueri en Dixit Dominus. Colonna zou deze psalmen hebben besteld voor de Latijnse liturgie op 15 en 16 juli 1707, ter ere van de Madonna del Carmine (de titel voor Maria als beschermheilige van de karmelietenorde), in de karmelietenkerk Santa Maria in Monte Santo op de Piazza del Popolo.

Orgelconcerten HWV 292, 293 en 309 (fragmenten)

De orgelconcerten dateren uit Händels succesvolle periode in Londen, meer dan 25 jaar na zijn verblijf in Italië. Vanaf 1735 componeerde Händel enkele concerto’s om zelf te spelen als intermezzo’s tijdens opvoeringen van zijn oratoria in Covent Garden. Later werden deze werken gebundeld in twee verzamelingen van elk zes concerto’s: op. 4, geschreven in 1735-36, en op. 7, gecomponeerd tussen 1740 en 1751 en pas postuum uitgegeven. Desondanks zijn de concerto’s nooit echt als geheel geconcipieerd. Händel combineerde voor zijn tussenspelen nieuw gecomponeerde muziek met arrangementen van bestaand werk en improvisaties, waardoor hij de eenheid van een specifiek concerto losliet.

Een kenmerkend aspect van Händels orgelconcerto’s is de manier waarop hij de orgelpartij kleur geeft met subtiele versieringen. In het eerste deel van HWV 293 introduceert het orkest een eenvoudige melodie die vervolgens door de solist wordt overgenomen en rijkelijk gedecoreerd, in een dialoog met het orkest. In het tweede deel van hetzelfde concerto zet het orkest een thema in dat daarna door de orgelsolist wordt versierd met trillers, virtuoze loopjes en subtiele ritmische verschuivingen.

Het slotdeel van HWV 292 begint met een orkestrale fuga, waarbij een thema door de verschillende instrumenten na elkaar wordt ingezet. Ook hier laat Händel de strikt contrapuntische textuur al snel los en laat de solist het thema verwerken in dialoog met het orkest.

Laudate Pueri, HWV 237 (1707)

Het Laudate Pueri (Psalm 113) is een lofzang op Gods verhevenheid en barmhartigheid, zoals beschreven in de tekst: Hij ontfermt zich over alle mensen, ook de verschoppelingen. Händels toonzetting van deze psalm vertoont een gelijkenis met die van het Nisi Dominus: een afwisseling tussen delen voor koor en orkest (1, 3, 5 en 8) en aria’s voor solostem en ensemble (2, 4, 6 en 7). Opvallend aan deze compositie is de prominente rol van de solosopraan, die alle aria’s zingt.

De eerste aria (‘Sit nomen Domini’) is de langste en meest opvallende: het is een klaaglijk duet tussen sopraan en hobo met enkele onverwachte melodische wendingen. De sopraan speelt daarnaast een prominente rol in de delen voor koor. Dit is meteen duidelijk in het eerste deel: na een instrumentale inleiding zingt de sopraan lange, virtuoze melodieën op het woord ‘Laudate’. Het stuk lijkt bijna een aria voor de sopraan, totdat het koor iets voorbij de helft invalt en voortbouwt op de melodieën die de sopraan heeft ingezet.

Ook het slotdeel begint als een aria voor de sopraan: op de woorden ‘Gloria Patri et Filio, et Spiritui Sancto’ zingt de sopraan een reeks lange melodieën, tot het koor plots invalt en in dialoog treedt met de sopraan. Na de versnelling tot allegro (vanaf de tekst ‘Sicut erat in principio’) blijven de solosopraan en het koor in dialoog gaan tot het einde.

Nisi Dominus, HWV 238 (1707)

Het Nisi Dominus (Psalm 127) behoort tot de zogenaamde ‘bedevaartspsalmen’ en benadrukt hoe menselijke inspanningen vruchteloos zijn zonder Gods zegen. Händels toonzetting van deze psalm bestaat uit zes delen. Het eerste en laatste deel schreef hij voor koor en orkest. De vier middelste delen zijn aria’s voor een vocale solist en een kleiner instrumentaal ensemble.

Het eerste deel is opgewekt en begint met een levendige instrumentale intro. Het koor reciteert het eerste vers, waarna verschillende vocale solisten een lange, melismatische melodie (d.w.z. met een lange reeks noten op één lettergreep) zingen. Na een korte dialoog tussen solisten en koor komt het volledige koor opnieuw samen.

De vier aria’s zijn kort, maar bijzonder trefzeker. In de tweede aria, voor alt, wordt het woord ‘somnum’ (slaap) uitgebeeld door een zachte, repetitieve begeleiding van de strijkers, die op onverwachte momenten stilvalt. In de derde aria, voor bas, verklankt Händel de ‘sagittae’ (pijlen) uit de tekst als razendsnelle, stijgende en dalende loopjes van de strijkers.

Het laatste deel bestaat uit drie korte segmenten. Het begint met een soort koorrecitatief waarbij het volledige koor de woorden ‘Gloria Patri et Filio, Spiritui Sancto’ homofoon (in hetzelfde ritme) declameert. Vervolgens horen we op de tekst ‘sicut erat in principio, et nunc, et semper’ de instrumentale introductie van het eerste deel als begeleiding. De laatste sectie is dan weer contrapuntisch uitgewerkt: de stemmen zetten de tekst ‘et in saecula saeculorum. Amen’ achtereenvolgens in, begeleid door het orkest, waardoor er een weefsel van onafhankelijke, maar harmonieuze lijnen ontstaat.

Dixit Dominus, HWV 232

Händels Dixit Dominus is de meest grootschalige van de drie psalmen en duurt ongeveer even lang als de andere twee samen. De tekst (Psalm 110) behoort tot de zogenaamde ‘koningspsalmen’, die oorspronkelijk werden gezongen bij de kroning van Joodse koningen. In de christelijke liturgie wordt deze psalm echter geïnterpreteerd als een gebed tot Christus, die na de dag des oordeels als koning over een nieuw rijk zal regeren. In het Dixit Dominus speelt het koor een veel prominentere rol dan in de andere psalmen: behalve de tweede en derde delen, beide aria’s, zijn alle andere delen geschreven voor koor en orkest.

Het eerste deel is exemplarisch voor hoe Händel de moderne Italiaanse muziekstijl, zoals bekend uit opera en oratorium, combineert met oudere compositietechnieken. Na een instrumentale inleiding verkondigt het koor de woorden van God (‘Dixit Dominus Domino meo’), die daarna achtereenvolgens door verschillende vocale solisten worden gezongen. Bij de passage ‘Donec ponam’ past Händel de cantus firmus-techniek toe: hij citeert de gregoriaanse melodie waarop Psalm 110 oorspronkelijk werd gezongen. Deze geciteerde melodie is te herkennen aan de lange notenwaarden, en duikt eerst op bij de sopranen, daarna ook bij andere partijen.

De beeldende kracht van Händels muziek komt vooral naar voren in de latere koordelen. Het vierde deel (‘Juravit Dominus’) verbeeldt de daadkracht van Gods eed met een plechtige declamatorische passage van het koor, vol gewaagde en expressieve harmonieën. In het zesde deel (‘Judicabit in nationibus’) illustreert Händel hoofden die worden verpletterd (‘conquassabit capita’) met herhaalde noten in een strak, stampend ritme.

Opvallend in het laatste deel (‘Gloria Patri’) is hoe Händel verschillende lagen op elkaar stapelt. Drie onderdelen van de tekst, elk met een eigen toonzetting, klinken gelijktijdig. Eerst horen we de melismatische melodie op ‘Gloria Patri’ en het ritmische motief met herhaalde noten op ‘et spiritui sancto’ (dat vanaf het begin in het orkest te horen is) achtereenvolgens in verschillende stemmen. Nadien klinken de twee gelijktijdig en komt er een derde partij (‘sicut erat in principio et nunc et semper’) bij, een soort cantus firmus in lange notenwaarden, zoals die ook in het eerste deel voorkwam.

Deze drie lagen verhuizen voortdurend tussen de verschillende partijen en zijn dus in telkens wisselende combinaties te horen. Op het slotvers ‘Et in saecula saeculorum. Amen’ breekt er ten slotte een nieuw segment aan: begeleid door het orkest zetten de stemmen een fuga in, die het stuk naar het einde stuwt.

Robbe Beheydt

Teksten

Laudate Pueri, HWV 237

 

Laudate pueri Dominum:
laudate nomen Domini.

Sit nomen Domini, sit benedictum,
ex hoc hunc, et usque in saeculum.

A solis ortu usque ad occasum:
laudabile nomen Domini.

Excelsus super omnes gentes Dominus:
et super caelos gloria eius.

Quis sicut Dominus Deus noster,
qui in altis habitat:
Et humilia respicit in caelo et in terra ?

Suscitans a terra inopem:
et de stercore erigens pauperem ;
ut collocet eum cum principibus
populi sui.

Qui habitare facit sterilem in domo,
matrem filiorum laetantem.

Gloria Patri, gloria Filio
et Spiritui Sancto.
Sicut erat in principio,
et nunc et semper,
et in saecula saeculorum.

Amen.


Nisi Dominus, HWV 238

 

Nisi Dominus aedificaverit domum in vanum
laboraverunt qui aedificant eam. Nisi Dominus
custodierit civitatem frustra vigilavit qui
custodit eam.
Vanum est vobis ante lucem surgere: surgite
postquam sederitis qui manducatis panem
doloris.

Cum dederit dilectis suis somnum: Ecce
hereditas Domini filii merces fructus ventris.
Sicut sagittae in manu potentis, ita filii
excussorum.

Beatus vir qui implevit desiderium suum ex ipsis
non confundentur cum loquentur inimicis suis
in porta.

Gloria Patri et Filio, et Spiritui Sancto,
sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in
saecula saeculorum.
Amen.

[Canticum graduum Salomonis]
 

Dixit Dominus, HWV 232

 

[David psalmus – psaume 110]

Dixit Dominus Domino meo: sede a dextris
meis, donec ponam inimicos tuos scabellum
pedum tuorum.

Virgam virtutis tuae emittet Dominus ex Sion:
dominare in medio inimicorum tuorum.

Tecum principium in die virtutis tuae in
splendoribus sanctorum: ex utero ante
luciferum genui te.

Juravit Dominus et non poenitebit eum.
Secundum ordinem Melchisedech, tu es
sacerdos in aeternum.

Dominus a dextris tuis confregit in die irae suae
reges.
Judicabit in nationibus implebit ruinas
conquassabit capita in terra multorum.

De torrente in via bibet propterea exaltabit
caput.

Gloria Patri et Filio, Spiritui Sancto,
sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in
saecula saeculorum. Amen

Friends of Flagey

FELLOWS

Charles Adriaenssen, Amelie Coens, Bernard Darty, Paulette Darty, Diane de Spoelberch, Geert Duyck, Marc Ghysels, Laurent Legein, Omroepgebouw Flagey NV / Maison de la Radio Flagey SA

GREAT FRIENDS

Lina Blanpain-Bruggeman, Patricia Bogerd, Leon Borgerhoff, Monique Bréhier, Nicole Bureau, Anne Castro Freire, António Castro Freire, Marie-Christine Chalon, Marie-Irène Ciechanowska, Stephen Clark, Etienne d’Argembeau, Claude de Selliers, Chantal de Spot, Jean de Spot, Pascale Decoene, Jean-Louis Duvivier, François Hinfray, Ulrike Hinfray, Ida Jacobs, Patrick Jacobs, Pauline Krayenhoff, Peter L'Ecluse, Clive Llewellyn, Danielle Llewellyn, Alain Mampuya, Sasha Marston, André Mueller, Miriam Murphy, Martine Renwart, Martine Repriels, Jean-Pierre Schaeken Willemaers, Hans Schwab, My-Van Schwab, Maria Grazia Tanese, Coen Teulings, Pascale Tytgat, Marie Van Couwenberghe, Dirk Van Gerven, Colienne van Strydonck, Piet Van Waeyenberge, Andreas von Bonin, Katinka von Bonin, Dimitri Wastchenko, Nathalie Waucquez, Jacques Zucker

FRIENDS

Steve Ahouanmenou, Ann Arnould, Pierre Arnould, Adrienne Axler, Alexandra Barentz, Eric Bauchau, Joe Beauduin, Marijke Beauduin, Etienne Beeckmans de West-Meerbeeck, Jens Benoot, Amine Benyakoub, Marie Catherine Biebuyck, Véronique Bizet, Noëlle Bribosia, Geneviève Brion, Gauthier Broze, Chantal Butaye, Olivier Chapelle, Béatrix Charlier, Catherine Chatin, Anne-Catherine Chevalier, Jacques Chevalier, Marianne Chevalier, André Claes, Xhenis Coba, Theo Compernolle, Chris Coppije, Philippe Craninx, Jean-Claude Daoust, Joakim Darras, François de Borman, Hendrik Deboutte, Olivier de Clippele, Sabine de Clippele, Dimitri de Heering, Eric De Gryse, Brigitte de Laubarede, Alison de Maret, Pierre de Maret, Manuela de Patoul, Arnoud de Vet, Brigitte de Vet, Dominique de Ville de Goyet, Sabine de Ville de Goyet, Françoise de Viron, Sebastiaan de Vries, Stéphane De Wit, Godefroid de Woelmont, Agnès de Wouters, Philippe de Wouters, Anne-Marie Dillens, Marc d’Antras, Veronique d'Antras, Pierre d’Argent, Regis D'hondt, David D'Hooghe, Suzannah D'Hooghe, Frederika D’Hoore, Stanislas d’Otreppe de Bouvette, Amélie d'Oultremont, Laure d’Oultremont, Patrice d’Oultremont, Laurent Drion, Alain Dromer, Annick d’Ursel, Etienne d'Ursel, Ludovic d’Ursel, Kristin Edwards, Jan Eggermont, Patricia Emsens, Aline Everard de Harzir, Marie Evrard, Philippe Feron, Catherine Ferrant, Isabelle Ferrant, Monique Fraiture, Claude Frédérix-Oreel, Henri Frédérix, Alberto Garcia-Moreno, Nathalie Garcia-Moreno, Brigitte Geerinckx, David Geeurickx, Benoit Gillet, Hélène Godeaux, Claire Goldman, Serge Goldman, Christine Goyens, Philippe Goyens, Pieter Hanssens, Roger Heijens, Marianne Herssens, Johan Huygh, Veerle Huylebroek, Françoise Jacques de Dixmude, Guy Jansen, Yvan Jansen, Patrick Kelley, Deborah Konopnicki, Katina Laaksonen, Bernard Levie, Katrien Lannoo, Georges Leclercq, Janine Longerstaey, Philippe Longerstaey, Joost Maes, Vincent Maroy, Michèle Martaux, Luc Meeùs, Marie-Christine Meeùs, Christel Meuris, Delphine Misonne, Jan Moijson, Gwendoline Motte, Paul Muyldermans,  Jean-Yves Neu, Sabine Overkämping, Nadia Pachciarski, Martine Payfa, Isabelle Peeters, Ingeborg Peumans, Agnès Rammant, Jean-Pierre Rammant, André Rezsohazy, Daniele Rizzi, Ariële Robyns de Scheidauer, Katrien Rots, Catherine Rutten, Désirée Schroeders, Nicolas Schuybroek, Marie-Agnes Servais, Brigitte Smeyers, François Smeyers, Edouard Soubry, Anne-Véronique Stainier, Michèle Stevelinck Heenen, Ana Maria Stan, Aurélie Stulemeijer, Jan Suykens, Frank Sweerts, Dominique Tchou, Marie-Françoise Thoua, Beatrix Thuysbaert, Olivier Thuysbaert, Danielle t’Kint de Roodenbeke, Jean t'Kint de Roodenbeke, Beatrice Trouveroy, Yves Trouveroy, Vanessa Van Bergen, Marie-Paule Van Craynest, Els Van de Perre, Katrien Van de Voorde, Radboud van den Akker, Dirk van der Poorten, Odile van der Vaeren, Stella Van der Veer, Karine Van Doninck, Patrick Van Eecke, Henriëtte van Eijl, Michel Van Huffel, Petra Van Kemseke, Lydie Van Muylem, Emmanuel Van Rillaer, Kaat Vanschoubroek, Roland Van Velthoven, Laura Van Waeyenberge, Thomas Van Waeyenberge, Titia Van Waeyenberge, Carol van Wonterghem, Marie Vandenbosch, Marie Vander Elst, Alain Vandenborre, Charlotte Vandoorne-Hanssens, Christophe Vandoorne, Elisabeth Vanistendael, Alain-Laurent Verbeke, Alexandre Verheyden, Isabel Verstraeten, Danielle Verwee, Anne Vierstraete, Ann Wallays, Sabine Wavreil, Christian Weise, Serge Wibaut, André Wielemans, Shayan Yousefi, Folkert Zijlstra, Anne Zouboff, HR One Group, Management & People Development Sprl, JFA Consulting BV

en diegenen die anoniem wensen te blijven

versie 08.10.2024

Partners