Boris Giltburg | 24.11.20 | Programma
Boris Giltburg, piano
Pierre Solot, presentator
Programma
Ludwig van Beethoven, Pianosonate nr. 29 in Bes, op. 106, “Hammerklavier”
- Allegro
- Scherzo: Assai vivace
- Adagio sostenuto
- Introduzione - Fuga: Allegro risoluto
Ludwig van Beethoven, Pianosonate nr. 30 in E, op. 109
- Vivace, ma non troppo. Sempre legato
- Prestissimo
- Gesangvoll, mit innigster Empfindung
Ludwig van Beethoven, Pianosonate nr. 31 in As, op. 110
- Moderato cantabile molto espressivo
- Allegro molto
- Adagio ma non troppo – Allegro ma non troppo
Ludwig van Beethoven, Pianosonate nr. 32 in c, op. 111
- Maestoso; Allegro con brio e appassionato
- Arietta: Adagio molto semplice e cantabile
Toelichting
Beethoven is vijftig jaar oud wanneer hij in 1820 zijn drie laatste pianosonates begint te componeren. Hij werkt op dat moment al aan enkele grootse muziekwerken zoals zijn Missa Solemnis, zijn Diabelli-Variaties voor piano en zijn Negende Symfonie. Wanneer hij echter plots de vraag krijgt van zijn uitgever Adolf Schlesinger om drie pianosonates te schrijven (nr. 30, nr. 31 en nr. 32), maakt hij maar al graag tijd om zich voor een laatste keer te focussen op zijn favoriete genre. Zijn laatste sonate op dat moment dateert van de herfst van 1818. Het is zijn reusachtige, vierdelige 29ste Pianosonate, op. 106, de “Große Sonate für das Hammerklavier”. Deze sonate werd door zijn tijdgenoten als onspeelbaar ervaren door de verregaande emotionele contrasten, de technische moeilijkheidsgraad en de lengte van de afzonderlijke delen (zoals bijvoorbeeld het openingsdeel Allegro en het indrukwekkende Adagio sostenuto). Volgens Beethovens Weense uitgever steekt deze sonate “boven alle andere creaties van de meester uitsteekt, niet alleen door zijn rijke en grootse originaliteit, maar ook door zijn artistieke perfectie en doorgedreven stijl. Het werk luidt een nieuwe periode in voor de klavierwerken van Beethoven ".
De uitgever moet bijzonder verbaasd gekeken hebben wanneer Beethoven hem in de jaren 1821 en 1822 zijn nieuwste sonates voorlegt. Na het Opus 106 slaat de componist een heel andere weg in: zijn laatste drie pianosonates kenmerken zich door een overwegend meditatief karakter en rust in de plaats van passionele uitbarstingen. Zijn Pianosonate nr. 30, op. 109 is daarvan een aangrijpend voorbeeld. De intimiteit van het openingsdeel (Vivace, ma non troppo. Sempre legato) en van het serene slotdeel (Gesangvoll, mit innigster Empfindung) wordt doorheen de sonate slechts sporadisch onderbroken zoals in het razende – maar uiterst lyrische – tweede deel (Prestissimo) en in enkele van de variaties in het slotdeel. Beethoven reduceert in deze sonate de traditionele sonatevorm en variatiereeks tot hun essentie zonder op één moment het quasi-improvisatorisch karakter van de muziek te verliezen. Het maakt van deze sonate één van zijn meest vooruitstrevende en mysterieuze muziekwerken.
Met eenzelfde ingetogenheid en sereniteit opent Beethoven zijn Pianosonate nr. 31, op. 110. Deze sonate behoort voor velen tot zijn populairste muziekwerken en is in vele opzichten nóg origineler dan zijn Opus 109. In zijn zoektocht naar nieuwe expressiemogelijkheden gebruikt Beethoven in zijn late muziekwerken geregeld compositietechnieken van zijn grote barokke voorgangers. De indrukwekkende driestemmige fuga in het slotdeel van zijn Hammerklaviersonate, op. 106 is hier een voorbeeld van. In zijn Opus 110 gaat hij echter nog veel verder. Zo verwerkt hij in het slotdeel (Adagio ma non troppo – Allegro ma non troppo) ingetogen instrumentale recitatieven, arioso’s en twee fuga’s (de tweede fuga is gebaseerd op de omkering van het thema van de eerste fuga) naar het voorbeeld van Johann Sebastian Bach en Georg Friedrich Händel. Zowel Bach als Händel gebruikten deze muziekvormen maar al te graag in hun instrumentale werken, opera’s, oratoria of cantates. Dat Beethoven deze technieken in één deel combineert, verhoogt op onevenaarbare wijze de expressieve kracht van de muziek. De confrontatie tussen de ingetogen, bijna kwetsbare arioso’s en de stuwende fuga’s mondt uit in een stralend en uitbundig slot. Het is alsof Beethoven ons de optimistische boodschap geeft dat alle moeilijkheden te overwinnen zijn.
Deze boodschap van Beethoven weerklinkt nog sterker in zijn laatste Pianosonate nr. 32, op. 111. Woorden schieten te kort om het scala aan emoties dat Beethoven in deze muziek verwerkt te beschrijven. Het contrast tussen beide delen kan amper groter zijn, maar tegelijkertijd vullen de delen elkaar aan. Terwijl het eerste deel hartstochtelijk, complex en somber klinkt, is het tweede deel berustend en ingetogen. Velen zien hierin respectievelijk de verklanking van de moeilijkheden waarmee het leven ons confronteert en de vredigheid van het hiernamaals. Anderen horen in de muziek dan weer Beethovens gemoedstoestand die na een bijzonder troebel leven eindelijk innerlijke rust vindt. Het grootse en stormachtige openingsdeel (Maestoso; Allegro con brio e appassionato) bouwt Beethoven symbolisch rond een spanningsvol verminderd septiemakkoord dat hij al vanaf de eerste maten introduceert. Elke spanning lijkt op te lossen in het tweede deel (Arietta: Adagio molto semplice e cantabile) dat inzet met een bijzonder intiem thema. Net zoals in zijn Op. 109 vat Beethoven dit slotdeel op als een variatiereeks. Opmerkelijk is het jazzy ritme van de derde variatie en de pianistieke uitdagingen van de laatste twee variaties die beroemd zijn voor de razendsnelle gebroken akkoorden en vele trillers. Wanneer Beethovens uitgever de partituur van het Opus 111 voor het eerst in handen krijgt, informeert hij bij de componist waarom er geen derde deel is. Het mooiste antwoord wordt zonder twijfel in 1947 geformuleerd door de schrijver Thomas Mann in zijn roman Doctor Faustus:
“Een derde deel? Opnieuw aanheffen – na dit afscheid? Een terugkomst – na deze scheiding? Onmogelijk! Het was geschied dat de sonate zichzelf in dit tweede deel, dit ontzagwekkende tweede deel, had voltooid, om nooit meer terug te keren. En als hij zei ‘de sonate’, bedoelde hij niet alleen deze [sonate], maar hij bedoelde de sonate in het algemeen, als genre, als overgeleverde kunstvorm: zij zelf was hier tot een einde, tot het eindpunt gebracht, zij had haar noodlot verwezenlijkt, haar doel bereikt dat geen ander doel te boven kan gaan, zij hief zichzelf op en ontbond zichzelf, zij nam afscheid, […] een afscheid, groots als het stuk zelf, het afscheid van de sonate.”
Waldo Geuns
Boris Giltburg
Deze in Moskou geboren, Israëlische pianist wordt overal ter wereld geprezen voor zijn passievolle, doordachte en meeslepende vertolkingen. Hij is thuis in een breed repertoire en wordt de laatste jaren gelauwerd als een toonaangevend vertolker van de muziek van Rachmaninov: " His originality stems from a convergence of heart and mind, served by immaculate technique and motivated by a deep and abiding love for one of the 20th century’s greatest composer-pianists." (Gramophone).
Om de 250ste verjaardag van Beethoven in 2020 te vieren, startte Giltburg met een uniek project om alle 32 pianosonates van Beethoven doorheen het jaar op te nemen en te filmen, waarbij hij blogt over het proces. De cyclus, die tot stand komt in samenwerking met Naxos, combineert de kwaliteit van een studio-opname met het gevoel van een liveoptreden. Daarnaast verscheen hij in de BBC-reeks Being Beethoven en neemt hij alle pianoconcerten van Beethoven op met het Royal Liverpool Philharmonic en Vasily Petrenko. Hij bracht in februari 2020 deze pianoconcerten op drie opeenvolgende avonden met Brussels Philharmonic tijdens de Flagey Piano Days.
Hij is regelmatig te gast in de meest prestigieuze zalen ter wereld zoals het Concertgebouw van Amsterdam, Carnegie Hall, Hamburg Elbphilharmonie, London Southbank Centre, Praag Rudolfinum, Auditorium Radio France, Bozar en Flagey in Brussel, Teatro Colon, Shanghai Oriental Arts Centre, Tokyo Toppan Hall en het Wiener Konzerthaus. Hij werkte samen met dirigenten en orkesten over de hele wereld zoals Philharmonia Orchestra, London Philharmonic, Czech Philharmonic, Deutsche Kammerphilharmonie, WDR, Rotterdam Philharmonic, Oslo Philharmonic, Israel Philharmonic, NHK Symphony, de orkesten van Baltimore en Seattle, en hij speelde op de BBC Proms.
Giltburg is sinds 2015 verbonden aan het label Naxos Records. Zijn opnames van werken van Beethoven, Schumann, Liszt, Rachmaninov en Sjostakovitsj vielen meermaals in de prijzen. Zijn album met Prokofjevs “Oorlogssonates” werd genomineerd voor een Classical Brits Critics' Award. Recent won hij een Opus Klassik voor Beste Solistenopname (voor de pianoconcerten van Rachmaninov en de Études-Tableaux), een Diapason d'Or (voor de pianoconcerten van Sjostakovitsj en zijn eigen bewerking van Sjostakovitsj' 8ste Strijkkwartet) en een Gramophone Award voor het Pianokwintet van Dvorák (bij het label Supraphon) samen met het Pavel Haas Quartet.
Ook naast het podium betrekt Giltburg graag het publiek. Zo heeft hij zijn eigen blog "Classical music for all" en publiceert hij geregeld artikels in Gramophone, BBC Music Magazine, Guardian, Times en Fono Forum. Tijdens de corona-lockdown in het voorjaar van 2020 streamde Giltburg regelmatig liveoptredens en masterclasses van aan zijn eigen piano, video’s die ondertussen al meer dan 1 miljoen keer bekeken werden.